«Versla de wezenloze tijd, / loop door de naaldenogenpoort. / Van onze onvoldragenheid / is slechts het zwijgen ongehoord. Vervang mij waar ik zelf niet kan / en speel mijn levenspartituur. / Doe opgaan op mijn weide dan / de wilde bloemen van mijn vuur. De nachtster rolde neer als za...»
«Lucht en raam, na lange strijd, fel en geducht... / Gele berken die het sparrenwoud verstoren, / en daarachter dan de lichtlichblauwe lucht / en de zachte bedden van het komend koren. Vol valse adem schiet de stoomlocomotief / stampend razend voort, met dode donderslagen, / maar de ziel v...»
«Wij zijn één stam, gekraakt door hemelvuur, / twee vlammen in het donker bos geboren; / wij zijn twee nachtelijke meteoren, / gespleten pijlpunt van het levensuur! Wij zijn twee paarden ook, waarvan de teugels / berusten in één hand; de sporenprik; / twee ogen zijn wij van die ene bli...»
«Kleine kikker in de kreek / had opeens de rode hond. / Roek kwam aangevlogen, keek... / en toen zei de kei: / "Ik ben arts, geen domme leek, / vlieg maar in mijn doktersmond, / alles over, en terstond!" / Hap! En weg was hij!»