Van mij hoeft niemendal bewaard,
ik ben een naakte in mijn lijden.
Tweesnijdend, scherp geslepen zwaard,
wat talmt gij toch, in uw kastijden?
Geen zoet systeem verlangt mijn hart,
geen fijne leer om te plezieren,
mijn geest dwaalt rond, stom en verward,
om eens zijn Golgotha te vieren.
Het dode zwerk is loos verschiet,
de dode aarde is verlaten.
Een Moeder zal haar Zoon om niet
op Golgotha weer kruisen laten.
Не буду ничего беречь,
Опустошённая, нагая.
Ты, обоюдоо́стрый меч,
Чего ж ты медлишь, нас карая?
Без всяких слаженных систем,
Без всяких тонких философий,
Бредёт мой дух, смяте́н и не́м,
К своей торжественной Голгофе.
Пустынен мёртвый небосвод,
И мёртвая земля пустынна.
И вечно Матерь отдаёт
На вечную Голгофу Сына.