Mijn liefde ging dood, werd begraven...
Een wade van smart heeft haar zacht
bedekt en haar leden omwonden
met paarlende traanzeeëndraad.
Zij kreeg van het moede verstand
een uitvaart, langdurig en...
en lang las de ziel haar gebed,
vroeg kalmte en vrede voor haar...
Eeuwig gedenken aan u!
Eeuwig bij mij in het hart!
Een stroom van gedachten vol rouw,
een zwarte begrafenisstoet,
mijn hart zonder rede, begrip,
het weende en klopte voor haar...
Mijn liefde is dood en begraven...
Vergeten ligt breeduit en zwaar
voorgoed als een zerk op haar graf...
Stil maar, vergeet haar nu maar!
Eeuwig gedenken aan u!
Eeuwig bij mij in mijn hart!
Мою хоронили любовь...
Как саваном белым тоска
Покрыла, обвила ее
Жемчужными нитями слез.
Отходную долго над ней
Измученный разум читал,
И долго молилась душа,
Покоя прося для нее...
Вечная память тебе!
Вечная — в сердце моем!
И черные думы за ней
Процессией траурной шли,
Безумное сердце мое
Рыдало и билось над ней...
Мою схоронили любовь.
Забвенье тяжелой плитой
Лежит на могиле ее...
Тише... Забудьте о ней!
Вечная память тебе!
Вечная — в сердце моем!
«Nacht, straat, lantaarn, drogisterij, / een wereld voos en afgestompt. / Een kwart eeuw gaat misschien voorbij — / dit alles blijft. Geen mens ontkomt. Je sterft — en weer hetzelfde wacht, / met alle dingen als ze waren: / nacht, ijzig water in de gracht, / drogisterij, straat, en ...»
«Helder een meisjesstem zong in het kerkkoor / van al wie moe zijn in vreemde stad, / van 't zeeschip dat uit de haven wegvoer, / van al wie blijdschap lang reeds vergat. De koepel weerkaatste van hoog die woorden, / en licht viel op een witte japon, / en elk uit het duister keek toe en ho...»
«Ik heb naar grootheid, naar succes, naar glorie / op deze bitt're aarde niet getaald, / zolang mij jouw gelaat op tafel voor me / in 't simpel lijstje maar heeft toegestraald. 't Uur kwam, en jij ging heen, het huis ontstolen. / In nacht wierp ik de ring van goed en kwaad. / In and'rer ha...»
«Ik dwaalde in oktober door de nevel / en zocht in geheugen 't refrein / (o, tijd van onkreukbaar beleven / o, liefde van meisjes niet veil) / en daar, uit de donkere nevel / herrees het verloren refrein. / / Mijn jeugd kwam terug, ging ik dromen, / en jij, als in leven, en jij...»