Een bliksemschicht viel in de stroom.
Het water warmde niet tot stoom.
Maar dat hij tot de bodem stiet,
hij hoort het door 't gemurmel niet.
Maar ook de felle bliksemschicht
verloor meteen het levenslicht.
De hele zaak was van de kook...
En ik vergeef, doe jij dat ook.
Упала молния в ручей.
Вода не стала горячей.
А что ручей до дна пронзён,
Сквозь шелест струй не слышит он.
Зато и молнии струя,
Упав, лишилась бытия.
Другого не было пути...
И я прощу, и ты прости.